12.2.07

How do you like your eggs in the morning?



Vorige week was hij (weer) eens op tv, Runaway Bride – de film van Garry Marshall met de hoofdrolspelers uit zijn kaskraker Pretty Woman. Julia Roberts is Maggie, een vrouw die niet durft te trouwen, en er al 3 keer in haar trouwjurk vandoor is gegaan; en Richard Gere is een gedesillusioneerde journalist uit de Grote Stad die een artikel over haar wil schrijven. De fundamentele identiteitscrisis van Maggie Carpenter (ze kan niet trouwen, zich niet binden aan een man en een relatie, omdat ze niet weet wie ze is) wordt in de film gesymboliseerd door… eieren.
Als Maggie verliefd is op een man die van roerei houdt, dan houdt ze ook van roerei. Is haar aanstaande dol op spiegeleieren, dan eet zij ook spiegelei. Een ei kun je op veel manieren klaar maken en Maggie had dan ook nog heel wat vriendjes en eiergerechten kunnen verslijten, als de Journalist haar niet fijntjes op haar tekortkoming gewezen had: “Je weet niet eens hoe je je eieren lekker vindt!”

Dan zien we Maggie aan een grote tafel, proevend van gekookt, gebakken, geroerd en gesouffleerd ei. En als ze het weet – Eggs Benedict! – is ze klaar voor het grote avontuur, een echte relatie – met de Journalist natuurlijk.
Ik moest aan deze film denken toen ik een omelet ging maken voor de lunch. Ik ben dol op ei in alle vormen, en zou niet makkelijk kunnen zeggen wat mijn favoriete eiergerecht is. Betekent dat nu dat ik niet weet wie ik ben en wat ik wil in het leven? Volgens mij betekent het gewoon dat ik altijd overal alle mogelijkheden wil zien – en weinig ingrediënten zijn zo’n uitdaging voor de creativiteit van een kok, als het ei. Hoe dan ook, ik heb wel soms een tijd lang een favoriet, en de laatste weken is dat de omelet.

Een omelet is een geheimzinnig gerecht. In zijn simpelste vorm bestaat het uit niet meer dan een paar eieren, wat peper en zout, en een klontje boter. (Ik heb het hier over de Franse omelet, dus niet over de Spaanse tortilla of Italiaanse frittata – allemaal heerlijk, maar anders). Zoals bij wel meer Franse klassiekers, is de eenvoud van de omelet kennelijk omgekeerd evenredig aan de angst om hem te verprutsen. Er bestaan omelet recepten van meerdere pagina’s, en strenge voorschriften: een speciale omeletpan die je nooit mag afwassen, de eieren 40 slagen klutsen met een vork. Je verwacht bijna dat je een perfecte omelet alleen kan bereiden bij volle maan, of met een takje lavendel in je haar. Allemaal onzin natuurlijk. De grootste vijand van een goede omelet, is tijd.
Voor veel gerechten is haast de grootste vijand. Maar iets wat niet meer dan 30 seconden in de pan ligt, dat is bijna niet te geloven. Dus, gooi de geklutste eieren in de pan, draai je om en ga een paar bordjes afwassen, jezelf een glas inschenken, kom terug bij de pan en je hebt een plak gaar ei – een pannenkoek – maar geen omelet.
Volgens Escoffier was een omelet zacht roerei, in een omhulsel van gestold ei. Heel wat anders dan een pannenkoek dus. Om dat te bereiken moet je 1 minuut lang je volle aandacht bij pan en ei houden. Die aandacht is dan misschien wel de grootste uitdaging: oplettende haast.



Echte Omelet voor 1 persoon
2 eieren
Klontje boter
Stevige koekenpan van niet meer dan 18 cm doorsnee
Peper, zout

Verhit de pan op middelhoog vuur. Breek de eieren in een kom, doe er wat peper en zout bij, en kluts met een vork tot dooier en eiwit vermengd. Niet zo grondig klutsen dat het een homogene massa is: je mag nog streepjes wit en geel zien.
Doe de boter in de pan. Als de boter gaat bruisen en net bruin begint te worden, giet je het eimengsel in de pan. ONMIDDELLIJK gebruik je nu de vork waar je net mee geklutst hebt om de bovenste helft van de omelet naar het midden van de pan te duwen, zodat het rauwe ei uit het midden van de pan naar de rand vloeit. Herhaal dit. In 30 seconden heb je een enigszins geplooide omelet (geen pannenkoek dus). Haal de pan van het vuur als de bovenkant van omelet nog net niet helemaal gestold is - het geheim is eigenlijk om het vuur uit te draaien als je denkt dat het ei nog net niet klaar is. Een goede omelet is romig en zacht, baveuse noemen de Fransen dat, en elke seconde dat hij te lang op het vuur blijft geeft het gevaar van rubber. Vouw de omelet in 3-en (na veel oefenen kun je dit door de pan een paar keer heen en weer te schudden, maar er is niks mee om hiervoor gewoon even een spatel te gebruiken) en laat op een bord glijden. METEEN opeten.
Simpele variaties: een lepel geraspte Parmezaan door de eieren klutsen. Een paar gebakken champignons of wat gekookte ham over de omelet strooien als hij, in de pan, net begint te stollen. Laatst had ik een restje brie, wat ik in kleine stukjes op de omelet liet smelten. Het is allemaal goed. Laat Julia Roberts de rest van haar leven maar Eggs Benedict eten – wij gaan voor de variatie!

1 comment:

Anonymous said...

ceratKlary, wat bedoel je precies met de bovenste helft van de omelet? En als je zegt herhaal dit, betekent dit dat je dan het gedeelte in de bovenkant van de pan weer naar het midden duwt? Ik stel me zo voor dat je dan aan één kant een dikke omelet krijgt en aan de andere kant een dunne.

Groetjes, Henk